Weerstandsvermogen en BBV kengetallen
De gemeenten zijn verplicht in de paragraaf weerstandsvermogen een zestal financiële kengetallen op te nemen voor het laatste rekeningjaar, het lopende begrotingsjaar en het nieuwe begrotingsjaar.
In onderstaande tabel zijn de betreffende kengetallen opgenomen en vervolgens voorzien van een beoordeling. De definities van de betreffende kengetallen vindt u hier.
Financiële kengetallen | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|
1a. Netto schuldquote | 64% | 62% | 51% | 74% | 47% | 64% |
1b Netto Schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen | 59% | 58% | 48% | 70% | 44% | 61% |
2. Solvabiliteitsratio | 29% | 30% | 34% | 21% | 37% | 25% |
3. Kengetal grondexploitatie | 10% | 13% | 13% | 10% | 14% | 7% |
4. Structurele exploitatieruimte | 4% | 1% | 0% | 1% | 0% | 2% |
5. Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoons huishoudens | 90% | 94% | 94% | 90% | 90% | 90% |
De houdbaarheid van de gemeentefinanciën kenmerkt zich door de mate van weerbaarheid en flexibiliteit van de begroting. Weerbaarheid betreft de mogelijkheden om op korte termijn financiële klappen te kunnen incasseren zonder direct in de begroting en daarmee in de beleidsambities te hoeven ingrijpen. Flexibiliteit van de begroting geeft de snelheid aan waarmee de lasten kunnen worden verlaagd en de baten kunnen worden verhoogd.
Op basis van de uitkomsten van de kengetallen, de aanwezige weerstandscapaciteit (ratio 1,20) en de spreiding in aan te trekken geldleningen (waarmee wij het risico op rentestijgingen beperken) ziet de financiële positie van Zwolle er goed uit. De weerbaarheid en de flexibiliteit van de begroting kunnen we als voldoende beschouwen.
Netto schuldenquote:
De schuldquote ligt al enkele jaren rond de 60% en is in 2021 verder gedaald tot onder de 50%. Deze ligt daarmee behoorlijk onder de norm van 100%, zoals in de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgelegd. Vertraagde investeringen zijn hier mede oorzaak van. Dit kengetal kan de komende jaren weer enige opwaartse beweging doormaken als wij de investeringsopgave voor de stad verder uitvoeren, ook dan blijft de uitkomst ruim beneden de vastgelegde norm.
Solvabiliteitsratio:
De solvabiliteit, de verhouding tussen eigen vermogen en schulden, ligt al enkele jaren rond de 30%. Deze is bij het opmaken van de jaarrekening zelfs uitgekomen op 37%, aanzienlijk beter dan begroot. Een betere solvabiliteit in de rekening dan in de betreffende begroting zien wij overigens vaker. Ook in begroting 2022 is de verwachte solvabiliteit lager. Wij vinden dat een solvabiliteit van tussen de 15% en 20% een gezonde financiële situatie weerspiegelt. Er is geen expliciete norm voorgeschreven. Wij dienen alert te zijn op de ontwikkelingen in de komende jaren, omdat de investeringsopgave voor de stad, ook de solvabiliteitsratio beïnvloedt.
Kengetal grondexploitaties:
Het kengetal grondexploitaties geeft weer hoe de boekwaarde van de grondexploitaties zich verhoudt tot de totale baten van de gemeenten. Het betreft niet alleen de baten van uit de grondexploitaties, maar alle baten van de gemeente. De verhouding ligt al enkele jaren tussen de 10 - 14%. De boekwaarde neemt naar verwachting in 2022 sterk af. Het risico bij grondexploitaties is onderdeel van de totaal geïnventariseerde risico's van de gemeente en worden afgedekt via de algemene reserve.
Structurele exploitatieruimte:
Een positieve structurele exploitatieruimte geeft aan dat de structurele inkomsten hoger zijn dan de uitgaven. Evenals in 2020 is er ook in 2021 sprake van een beperkte structurele exploitatieruimte. Deze bedraagt 0,4% procent, waar in de begroting 0,7% was berekend, dus een afname met 0,3%. Door afronding van het percentage op hele procenten lijkt het verschil iets groter dan daadwerkelijk het geval is.
Belastingcapaciteit:
De belastingcapaciteit geeft weer hoe de lokale lastendruk in de gemeente Zwolle zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Hieruit blijkt dat de lastendruk in Zwolle beneden het landelijk gemiddelde ligt. We zien dat we in 2021 ten opzichte van 2020 relatief een iets lagere lastendruk hebben gekregen.